Waarom 

Energiesystemen van het lichaam.  

Je kan het lichaam zien als een auto. Je begint in zijn 1. Daarna schakel je over naar 2, 3, 4 enzovoorts. Dat is bij het menselijk lichaam net zo.  

Je kan het zien als een cel met 3 lagen.  

  1. Anaeroob- a- lactisch 
  1. Anaeroob lactisch 
  1. Aeroob  

 

Nummer 1:  

Anaeroob-a-lactisch is het systeem wat als eerste werkt. Versnelling nummer 1. Je start ermee op. Je gaat kort en krachtig van 0 naar een versnelling. Je kan dit gelijk inzetten alleen je kan het niet lang volhouden.  

Denk aan een sprint naar de trein, 1 herhaling met maximaal gewicht of Usain bold die 10 seconden doet over 100 meter.  

 

Het Anaeroob-lactische systeem maakt gebruik van je gelijk beschikbare energie. Het lichamelijk systeem wat jij gebruikt zoals bijvoorbeeld je benen tijdens het sprinten.  

Anaeroob-a-lactische betekend dat er geen lactaat vrijkomt. Anaeroob-a-lactische energie is dus de energie die in de cellen is opgeslagen van het doelorgaan wat jij op dat moment gebruikt.  

 

Nummer 2:  

Anaeroob-lactisch is het systeem waar “verzuring” optreedt. Dit is wanneer je naar versnelling 2 overschakelt tot het punt dat je over moet op de laatste versnelling. Alle tussen versnellingen zijn het anaeroob-lactische systeem.  

Denk aan een maximale sprint van 30+ seconden, opdrukken voor 10+ onafgebroken herhalingen of de sport bodybuilding waarbij de trainingen maximale “verzuring” vereisen.  

Het lactaat wat optreedt is de reactie van het doelorgaan op een tekort aan zuurstof. Het Aeroob systeem heeft een balans van energie transport doordat er voldoende zuurstof in het bloed, de energie van een lichaam kan verplaatsen naar de cel van het doelorgaan. De Anaeroob-lactische reactie van een lichaam vindt plaats wanneer er meer energie gevraagd wordt dan dat er zuurstof gebruikt kan worden door het lichaam.  

Zie het als een hardwerkende fabriek (Het doelorgaan van je lichaam) met een schoorsteen die heel hard rookt. En er wordt een koepel over de fabriek heen gezet waardoor de rook ophoopt (geen zuurstof afvoer). De fabriek wil hard blijven werken alleen de rook zorgt ervoor dat de fabriek niet meer verder kan.  

 

Nummer 3:  

Het Aerobe systeem is de laatste versnelling van je lichaam. Je kan de activiteit uren achter elkaar volhouden. De snelheid van de energieproductie is gelijk. Je krijgt evenveel energie naar het doelorgaan dan dat je verbruikt.  

Bijvoorbeeld een marathonloper die zijn ademhaling gelijk heeft aan de snelheid van het rennen. Wanneer hij iets sneller gaat zal er wat lactaat optreden en zal hij/zij de marathon minder lang volhouden. De marathonloper blijft op een snelheid lopen waarbij de energie toevoer gelijk is aan het energie verbruik.  

 

Natuurlijk kan er niemand oneindig lang blijven hardlopen. De langste hardloopwedstrijd ter wereld is in Italië waarbij de lopers een afstand afleggen van 4989 kilometer. Dat zijn 2 marathons per dag voor 52 dagen. Tussendoor moeten ze slapen en eten.  

 

Je bent dagelijks constant bezig in het Aerobe systeem. Als je de was doet, een rondje loopt of zoals nu dat je je ogen gebruikt om deze tekst te lezen. Wanneer je snel de trap op rent om iets te pakken wat je bent vergeten gaat je hardslag omhoog. Dan heb je kort het Anaeroob-lactisch of Anaeroob-a lactisch systeem gebruikt. Na deze korte actie zal je ademhaling kort omhoog gaan en daarna weer bijstellen.  

Onder de motorkap 

Nu je weet hoe je kan schakelen van versnelling in je lichaam kan je nu een kijkje nemen onder de motorkap. 

Dit is globaal de motor van je lichaam zoals het werkt. De trainers van Personal Gym kennen de basis van deze en vele andere systemen. Jij hoeft dit niet te kennen natuurlijk. Alleen net als dat jij een auto koopt en toch de motorkap wel ziet. Kan je hier de werking van de motor van je lichaam zien. Nogmaals, je hoeft het niet te begrijpen. Vragen stellen mag altijd.  

Deze 3 energiesystemen hebben brandstof nodig. De energie die brandstof transporteert is ATP.  

Adenosine trifosfaat kan het lichaam maken van eiwitten, koolhydraten en vetten.  

Net als dat de hardlopers een gelijke toevoer van brandstof en energie verbruik hebben. Kan jij dit ook doen. Nu snap je hoe energiesystemen werken. En je snapt hoe brandstof (calorieën) werkt.  

Het mooie van een lichaam is dat je overal energie van kan maken. Zowel van eiwitten, vetten en koolhydraten kan je deze brandstof maken.  

Je hebt energie nodig voor de energiesystemen. 

 

Dit is een verkorte versie van energie verbruik en macronutriënten (eiwitten, koolhydraten en vetten)  

Voeding en training komen samen deze maand. 

In het volgende bestand ga je leren hoe je bovenstaande kennis heel goed kan gebruiken!